Na het horen van verschillende verhalen over Bep, ben ik erg benieuwd geworden naar haar. Wanneer ik haar opbel, hoor ik veel geluid op de achtergrond, Bep geeft aan dat ze de muziek even zal uitzetten. Als het wat stiller wordt, verteld Bep: “Ik zing in een koor, dus ik moet af en toe wat nummers leren!” Ze blijkt recent lid te zijn geworden van een koor in haar buurt. Bep voegt eraan toe: “Ja, dan ben ik ook een beetje onder de mensen, hè?”
Dit brengt ons ook bij Het Danspaleis. Bep is namelijk een fan van het eerste uur en was zelfs aanwezig bij een van de eerste edities. Ze vertelt dat ze zich nog goed herinnert dat ze met haar vriendin helemaal van Amsterdam Noord, waar ze woont, naar Amsterdam Sloterplas ging voor het evenement. Bep: “Dat is voor mij zo lang geleden, maar ik weet nog wel, dat was niet meer dan een draaitafeltje en een kleedje waar Suna mee begon.”
Opgroeiend in Amsterdam Noord, heeft Bep haar jeugd doorgebracht in de buurt die ze allemaal “blauw zand” noemden. Ze is het nakomertje van het gezin, waardoor haar zus haar het meest opvoedt. Bep heeft hierdoor nooit leren dansen omdat het niet mocht van haar moeder. Bep: “Dansen vond ik altijd wel leuk. Maar ja, ik heb het nooit gemogen, dus ja, dan kom je bij Het Danspaleis en dan is het echt iets van: ja, dat ken ik allemaal niet.” Dansen was uit den boze in haar tijd. Toch hoorde ze op de radio als jong meisje wel eens muziek voorbijkomen en zong ze graag de liederen uit die tijd mee. Ook geeft ze aan dat ze door haar demente vader en het vele werken overspannen raakte. Uiteindelijk kwam ze via haar vrijwilligerswerk bij Het Danspaleis weer in aanraking met muziek.